Klachtencommissie
Klachtencommissies voor medewerkers kunnen om diverse redenen worden ingesteld. Denk daarbij aan ongewenst gedrag en melding van misstanden (klokkenluiders). Klachtencommissies werken soms regionaal, soms lokaal. De VNG kent ook een landelijke Commissie ongewenst gedrag en een landelijke Commissie klokkenluiders. Er zijn diverse modelregelingen en voor zover het gaat om burgers en ambtenaren is het algemene klachtrecht geregeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht.
Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen, een klacht in te dienen bij dat bestuursorgaan. De behandeling van de klacht moet geschieden door een persoon, die niet bij de gedraging, waarop de klacht betrekking heeft, betrokken is geweest. Bij wettelijk voorschrift of bij besluit van het bestuursorgaan wordt een persoon of commissie belast met de behandeling van en de advisering over klachten. De persoon of commissie moet hoor en wederhoor toepassen. Daarna wordt een rapport van bevindingen, vergezeld van het advies en eventuele aanbevelingen, aan het bestuursorgaan gezonden. Het rapport bevat het verslag van het horen, aldus de Algemene wet Bestuursrecht.
In hele grote organisaties komt het voor dat medewerkers van de organisatie zelf zitting hebben in de klachtencommissie, maar vaak blijkt dat men klager of beklaagde toch kent, ofwel rechtstreeks ofwel van horen zeggen. Om die reden verdient het aanbeveling de commissie zoveel mogelijk met externe deskundige leden te bemensen.
Klachtencommissies voor medewerkers kunnen om diverse redenen worden ingesteld. Denk daarbij aan ongewenst gedrag en melding van misstanden (klokkenluiders). Klachtencommissies werken soms regionaal, soms lokaal. De VNG kent ook een landelijke Commissie ongewenst gedrag en een landelijke Commissie klokkenluiders. Er zijn diverse modelregelingen en voor zover het gaat om burgers en ambtenaren is het algemene klachtrecht geregeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht.
Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen, een klacht in te dienen bij dat bestuursorgaan. De behandeling van de klacht moet geschieden door een persoon, die niet bij de gedraging, waarop de klacht betrekking heeft, betrokken is geweest. Bij wettelijk voorschrift of bij besluit van het bestuursorgaan wordt een persoon of commissie belast met de behandeling van en de advisering over klachten. De persoon of commissie moet hoor en wederhoor toepassen. Daarna wordt een rapport van bevindingen, vergezeld van het advies en eventuele aanbevelingen, aan het bestuursorgaan gezonden. Het rapport bevat het verslag van het horen, aldus de Algemene wet Bestuursrecht.
In hele grote organisaties komt het voor dat medewerkers van de organisatie zelf zitting hebben in de klachtencommissie, maar vaak blijkt dat men klager of beklaagde toch kent, ofwel rechtstreeks ofwel van horen zeggen. Om die reden verdient het aanbeveling de commissie zoveel mogelijk met externe deskundige leden te bemensen.