Geschillencommissie
Een geschillencommissies neemt kennis van geschillen tussen een werknemer en de werkgever over de toepassing van een CAO. De formele rechtsregels zijn vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De commissie bestaat doorgaans uit minimaal drie leden, te benoemen door de werkgever. Een lid wordt benoemd op voordracht van de OR en een lid wordt rechtstreeks benoemd door de werkgever. De beide leden doen gezamenlijk een voordracht voor de benoeming van voorzitter. Het is niet noodzakelijk dat de leden van de commissie een arbeidsrelatie met de instelling hebben.
Een werknemer kan een geschil betreffende de toepassing van de CAO door de werkgever bij de commissie aanhangig maken door indiening van een bezwaarschrift. Indien het geschil een schriftelijk aan de werknemer bekend gemaakt besluit betreft maakt de werknemer het geschil aanhangig binnen de in de CAO bepaalde periode nadat het besluit aan hem of haar bekend is gemaakt. De commissie zendt een afschrift van het bezwaarschrift onverwijld aan de werkgever. De commissie behandelt het geschil mondeling en hoort de werknemer en de werkgever gezamenlijk.
Daarna wordt een rapport van bevindingen, vergezeld van het advies en eventuele aanbevelingen, aan het bestuursorgaan gezonden. Het rapport bevat het verslag van het horen, aldus de Algemene wet Bestuursrecht.
In hele grote organisaties komt het voor dat medewerkers van de organisatie zelf zitting hebben in de geschillencommissie, maar vaak blijkt dat men bezwaarde toch kent, ofwel rechtstreeks ofwel van horen zeggen. Om die reden verdient het aanbeveling de commissie zoveel mogelijk met externe deskundige leden te bemensen.
Een geschillencommissies neemt kennis van geschillen tussen een werknemer en de werkgever over de toepassing van een CAO. De formele rechtsregels zijn vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De commissie bestaat doorgaans uit minimaal drie leden, te benoemen door de werkgever. Een lid wordt benoemd op voordracht van de OR en een lid wordt rechtstreeks benoemd door de werkgever. De beide leden doen gezamenlijk een voordracht voor de benoeming van voorzitter. Het is niet noodzakelijk dat de leden van de commissie een arbeidsrelatie met de instelling hebben.
Een werknemer kan een geschil betreffende de toepassing van de CAO door de werkgever bij de commissie aanhangig maken door indiening van een bezwaarschrift. Indien het geschil een schriftelijk aan de werknemer bekend gemaakt besluit betreft maakt de werknemer het geschil aanhangig binnen de in de CAO bepaalde periode nadat het besluit aan hem of haar bekend is gemaakt. De commissie zendt een afschrift van het bezwaarschrift onverwijld aan de werkgever. De commissie behandelt het geschil mondeling en hoort de werknemer en de werkgever gezamenlijk.
Daarna wordt een rapport van bevindingen, vergezeld van het advies en eventuele aanbevelingen, aan het bestuursorgaan gezonden. Het rapport bevat het verslag van het horen, aldus de Algemene wet Bestuursrecht.
In hele grote organisaties komt het voor dat medewerkers van de organisatie zelf zitting hebben in de geschillencommissie, maar vaak blijkt dat men bezwaarde toch kent, ofwel rechtstreeks ofwel van horen zeggen. Om die reden verdient het aanbeveling de commissie zoveel mogelijk met externe deskundige leden te bemensen.